De EWI-managementovereenkomst en de jaarondernemingsplannen
MANO - Managementovereenkomst
In het kader van “Beter Bestuurlijk Beleid (BBB)”, de omvangrijke hervormingsoperatie die de Vlaamse overheid slagvaardiger moet maken, sluiten de departementen van de Vlaamse overheid voortaan managementovereenkomsten af met hun functioneel bevoegde minister(s). De eerste generatie loopt van 2011 tot 2015. De inspiratie hiervoor komt uit het New Public Management (NPM), dat goede praktijken uit de privésector bij de overheid wil introduceren. Een van de elementen ervan is een grotere autonomie voor de topmanagers. Zij werken met prestatiestandaarden, –indicatoren en duidelijk gekwantificeerde doelstellingen.
De managementovereenkomst zijn de concrete neerslag van de afspraken tussen de minister(s) en de secretaris-generaal. Strategische en operationele organisatiedoelstellingen bepalen hoe het departement zijn kerntaken vervult en het beleid ondersteunt. Elke managementovereenkomst bevat ook twee generieke doelstellingen: (1) het verhogen van de maturiteit van de eigen organisatie en (2) het realiseren van meetbare efficiëntiewinsten.
De EWI-managementovereenkomst werd op 17 december 2010 door de Vlaamse Regering goedgekeurd. Zij brengt de volgende beleidsopties in de praktijk: “Een daadkrachtig Vlaanderen in beslissende tijden”, “Economie – De Open Ondernemer”, “Wetenschappelijk Onderzoek en Innovatie” en “Economisch overheidsinstrumentarium”. De overeenkomst is uiteraard gekaderd in het toekomstplan Vlaanderen in Actie (ViA) en het bijbehorende Pact 2020, het Meerjarenprogramma Slagkrachtige Overheid en het Vlaams Actieplan Armoedebestrijding 2010-2014.
Enkele belangrijke aandachtpunten bepalen de missie en opdracht van het Departement EWI:
- bedrijven door de crisis helpen;
- meer en sterker ondernemerschap;
- een meer groene economie;
- meer groeiende ondernemingen;
- een meer innovatieve en kennisintensieve economie;
- focussen op economische clusters, thematische speerpunten en grote projecten;
- Vlaanderen tot een internationale speler maken;
- versterken van de excellentie en dynamiek van het grensverleggend, niet-gericht onderzoek;
- meer kansen voor onderzoekstalent;
- uitbouwen van een toponderzoeksinfrastructuur;
- meer gestroomlijnd en outputgedreven onderzoeksbeleid;
- administratieve vereenvoudiging.
De uitvoering van de managementovereenkomst wordt opgevolgd d.m.v. een jaarlijks voortgangsrapport. In 2011 werkte het departement EWI met informele kwartaalrapporteringen aan de ministers. De afdeling Kennisbeheer ontwikkelde een opvolginstrument waarmee de meetindicatoren en efficiëntiewinsten systematisch in kaart worden gebracht. Voordeel van kwartaalrapporteringen is de gerichte opvolging. In 2012 wordt deze methodiek opnieuw gehanteerd, met drie in plaats van vier periodieke rapporteringen.
JOP - Jaarondernemingsplan
Sterk gerelateerd aan de managementovereenkomst zijn de jaarondernemingsplannen. Waar de MANO een meerjarenperspectief bevat, is het ondernemingsplan er de jaarlijkse vertaling van. Per afdeling worden concrete initiatieven opgesomd. De opvolging gebeurt op “away days”, dagen waarop de directieraad in afzondering reflecteert over het verloop van het JOP en bijstuurt waar nodig. In 2011 werden drie dergelijke dagen georganiseerd; in 2012 zal de oefening twee keer worden gemaakt. Het jaarondernemingsplan voor 2011 is grotendeels gerealiseerd; het jaarondernemingsplan 2012 staat in de steigers.